Fundamenten van de aanbidding De aanbidding die Allaah (عز و - TopicsExpress



          

Fundamenten van de aanbidding De aanbidding die Allaah (عز و جل) voor ons heeft voorgeschreven is gefundeerd op een aantal fundamenten die samengevat kunnen worden in de volgende 6 punten: 1. De aanbidding is onveranderlijk en reeds vastgesteld (in de Quran en de Sunnah) door Allaah. Allee aanbiddingen in de islam liggen al vast: er komen geen nieuwe en verzonnen aanbiddingen bij; er is in de islam geen behoefte aan nieuwe vormen van aanbiddingen omdat de religie al reeds compleet is. [1] Bewijs voor dit fundament: Allaah (عز و جل) zegt tegen zijn profeet (صلى الله عليه و سلم): “Dus houd (O Mohammed) stevig stand (op de religie en de islamitische monotheïsme) zoals jij werd bevolen en degenen (jouw metgezellen) die berouw tonen (aan Allaah) met jou en overtreed (de wettelijke grenzen) niet. Voorwaar, Hij ziet alles wat jullie doen.” [Surah Hoed: 112] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله) zegt over dit vers: “Allaah heeft zijn profeet (صلى الله عليه و سلم) en de gelovigen die met hem zijn bevolen om stevig stand te houden op de religie zoals Allaah hen heeft bevolen. Dit doen ze door de wettelijke regelgevingen te volgen die Allaah voor hen heeft voorgeschreven, en de geloofsovertuigingen aan te hangen die Allaah heeft geopenbaard zonder hier van af te wijken en daarop te blijven zonder de grenzen die gepaard gaan met deze standhouding te overschrijden.” Imaam as-Sa’dê verduidelijkt verder: “Dit vers komt na het vers waarin Allaah vertelt over de joden die niet de nodige standhouding hebben getoond jegens de geboden en de verboden van Allaah die hij aan Mûsa heeft geopenbaard wat er voor heeft gezorgd dat ze in de richting van verdeeldheid zijn geraakt.” Imaam as-Sa’dê (رحمه الله) benadert het einde van dit vers met als conclusie: “Het feit dat Allâh alles ziet wat we doen moet ons aansporen om stand te houden op zijn religie en op te passen om hier niet van af te wijken.” (Samenvatting p. 391 Tafsîr as-Sa’dê) 2. Deze aanbidding moet oprecht en alleen voor Allâh gebeuren en vrij zijn van alle vormen van shirk, zowel grote als kleine shirk. Bewijs voor dit fundament: Allaah (عز و جل) zegt: “Dus eenieder die hoopt [2] op een ontmoeting met zijn Heer laat hij dan goede werken verrichten (in overeenstemming met de Soennah) en geen enkele deelgenoot in de aanbidding van zijn Heer toekennen.” [Surah Al-Kahf: 110] Wanneer iemand iets van aanbidding aan anderen toekent naast Allâh dan wordt deze ongeldig. Allâh (عز و جل) zegt in Sûrah Al-An’âm (vers nummer 75 tot en met 87) nadat Hij de volgende profeten heeft genoemd: Ibrâhiem de vriend van Allâh, Ishâq zoon van Ibrâhiem, Ya’qûb zoon van Ishâq, Nûh, Dawûd en zijn zoon Sulaymân, Ayyûb, Yûsef zoon van Ya’qûb, Mûsa en Hârûn zonen van ‘Imrân, Zakariyah en zijn zoon Yahya, ‘Iesâ zoon van Maryam, Ilyâs, Ismâ’iel zoon van Ibrâhiem, Al-Yasa’, Yûnes zoon van Mattah en Lût zoon van Hârân de broer van Ibrâhiem, het volgende: “Maar als zij (de profeten) deelgenoten hebben toegekend (in aanbidding) aan anderen naast Allâh dan zou alles wat ze hebben uitgevoerd (van aanbiddingen) hen van geen enkele nut zijn geweest.” [Surah Al-An’âm: 88] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله): “Mochten de eerder opgenoemde profeten [3] shirk hebben begaan dan zou al hun werk voor niets zijn geweest.” – (Tafsîr as-Sa’dê p. 263/264) En Allaah (عز و جل) zegt: “Zeg (O Mohammed tegen de polytheïsten): “Bevelen jullie mij om anderen dan Allâh te aanbidden, O jullie onwetenden?” Terwijl reeds aan jou (O Mohammed) en aan degenen voor jou (i.e. boodschappers) is geopenbaard (met de boodschap): “Als jij deelgenoten toekent (aan Allâh in Zijn aanbidding), dan zullen (zeer zeker) jouw werken vruchteloos worden en zul jij zeker tot de verliezers behoren.” Nee! Aanbid daarom Allâh (alleen) en behoor tot de dankbaren.” [Surah az-Zoemar: 64-66] 3. Deze aanbidding moet uitgevoerd worden naar het voorbeeld van onze profeet (صلى الله عليه و سلم) met de overtuiging dat hij ook de enige is die als voorbeeld moet genomen worden. Bewijs voor dit fundament: Allaah (عز و جل) zegt: “Voorwaar, de boodschapper van Allâh is voor jullie een goed voorbeeld voor wie op de (beloning) van Allaah en het hiernamaals hoopt, en voor wie Allaah veelvuldig gedenkt.” [Surah al-Ahzaab: 21] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله): “De geleerden gebruiken dit vers als bewijs om de volgende regel vast te stellen; ‘alle handelingen van de profeet (صلى الله عليه و سلم) moeten opgevolgd worden door zijn gemeenschap (ummah) tenzij er een bewijs is dat erop aanduidt dat bepaalde handelingen specifiek en alleen voor hem zijn.’ Er zijn verder twee soorten voorbeelden die men kan volgen: een goed en een slecht voorbeeld; het goede voorbeeld bestaat in het opvolgen van de handelingen van de profeet (صلى الله عليه و سلم) en dat is het rechte pad terwijl het slechte voorbeeld bestaat in het opvolgen van andere mensen die de handelingen van de profeet tegengaan. Net zoals de ongelovigen hebben geantwoord toen ze door de boodschappers werden aangespoord om in hun voetsporen te treden, zei zeiden toen: “Wij troffen onze ouderen op een (andere) religie en wij zullen in hun voetsporen treden (en de religie van Mohammed niet volgen).” [Surah az-Zugrof: 24] Daarom wordt dit goede voorbeeld ook alleen opgevolgd door degenen die hoop koesteren op een ontmoeting met hun Heer, vrees hebben voor zijn bestraffing en verlangen naar zijn beloning: want deze zaken zetten een persoon aan om in de voetsporen van de profeet te treden.” – (Tafsîr as-Sa’dê p. 661) Allaah (عز و جل) zegt: “En wat de boodschapper jullie geeft (beveelt) neem het, en wat hij jullie verbiedt, onthoudt jullie hiervan.” [Surah al-Hashr: 7] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله): “Het bevel van de profeet is hetzelfde als het bevel van Allaah: niemand wordt uitgezonderd om deze te laten en geen enkel bevel van de mensen krijgt voorrang op de bevelen van de profeet (صلى الله عليه و سلم).” – (Tafsîr as-Sa’dê p. 851) De profeet (صلى الله عليه و سلم) zegt: “Diegene die iets nieuws introduceert in deze zaak (i.e. Islaam) wat er niet aan toebehoort, het zal niet van hem geaccepteerd worden.” [4] [Sahieh al-Bukhâry 2697 en Sahieh Moslim 1718] Hij (صلى الله عليه و سلم) zei ook: “Diegene die een handeling van aanbidding verricht, waar we geen toestemming voor hebben gegeven, het zal verworpen worden.” [Sahieh Moslim 1718] Hij (صلى الله عليه و سلم) zei ook: “Bid zoals jullie mij hebben zien bidden.” [Al-Bukhâry] Hij (صلى الله عليه و سلم) zei ook: “Neem van mij jullie rituelen (handelingen van al-Hajj en al-‘Omra) over.” [Moslim] 4. Deze aanbidding moet op een bepaalde tijd uitgevoerd worden en in een bepaalde mate. Bewijs voor dit fundament: Allaah (عز و جل) zegt over het gebed: “Voorwaar, as-Salât (het gebed) is voor de gelovigen op vastgestelde tijdstippen verplicht gesteld.” [Surah an-Nisâ: 103] Allaah (عز و جل) zegt over de Hajj: “De Hajj (bedevaart) is in de welbekende (maanjaar) maanden (i.e. de 10de maand, de 11de maand en de eerste 10 dagen van de 12de maand, i.e. samen twee maanden en tien dagen).” [Surah al-Baqarah: 197] Allaah (عز و جل) zegt over de vastenmaand Ramadân: “De maand Ramadân waarin de Qor’ân is neergezonden, als een leiding voor de mensheid en als duidelijke bewijzen van de leiding en de Foerqân (i.e. onderscheid tussen waarheid en valsheid). Wie van jullie dan (de maan sikkel in de eerste nacht) ziet van de maand (Ramadân), laat hem dan vasten.” [Al-Baqarah: 183-185] 5. Deze aanbidding moet gebaseerd zijn op liefde voor Allâh, hoop op zijn tevredenheid en vrees voor zijn bestraffing. Bewijs voor dit fundament: Allaah (عز و جل) zegt: “Zij die jullie aanroepen (de profeten, engelen en vromen) wensen (voor zichzelf) toenadering bij hun Heer (en wensen om) het dichtste te zijn bij (Allaah); en zij (de profeten, engelen en vromen) hopen naar Zijn genade en vrezen Zijn bestraffing. Voorzeker! De bestraffing van jullie Heer is (iets) waar men angst voor moet hebben.” [Surah Al-Isrâ: 57] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله) zegt hierover: “Liefde, hoop en vrees zijn de drie basiselementen waaruit een goede aanbidding moet bestaan. Wie deze drie bouwstenen heeft gebruikt om zijn handelingen aan te sterken is geslaagd in zijn zaken en bij wie deze bouwstenen ontbreken verliest alles wat goed is en wordt omringd door het kwade en het slechte.” Hij zegt verder: “Het bewijs dat iemand van Allaah houdt schuilt in de dienaren die met elkaar wederijveren in het verrichten van goede en oprechte handelingen, op de meest perfecte wijze die zij aankunnen, en anderen hier naar aansporen en uitnodigen.” – (Tafsîr as-Sa’dê p. 461) Allaah (رحمه الله) zegt: “Zeg (O Mohammed aan de mensheid): “Als jullie (echt) van Allaah houden volg me dan (i.e. accepteer het Islamitische monotheïsme, volg de Qur’ân en de Sunnah), Allaah zal van jullie houden en jullie zonden vergeven. En Allaah is Vergevensgezind, Meest Genadevolle.” [Surah âl-‘Imrân: 31] Imaam as-Sa’dê (رحمه الله): “Allaah zegt: ‘Zeg als jullie (echt van Allaah houden…’, dat wil zeggen; als jullie beweren dat jullie echt van Allaah houden, wat het hoogste niveau is dat men kan bereiken in dit leven, bewijs dit door zijn profeet te volgen. Want wie de profeet volgt houdt van Allaah en wie zijn profeet niet volgt houdt niet van Allaah, ook al beweert men van wel. Als men de profeet veel volgt dan bewijst dit dat men veel van Allaah houdt en als men de profeet weinig volgt dan bewijst dit dat men weinig van Allaah houdt.” – (Tafsîr as-Sa’dê p.129) 6. Deze aanbidding wordt verplicht voor elke verstandige persoon die de pubertijd [5] heeft bereikt en blijft verplicht totdat de persoon in kwestie sterft: de aanbidding vervalt dus niet op een bepaalde leeftijd. Bewijs voor dit fundament: Allaah zegt: “En aanbid jouw Heer totdat de zekerheid (i.e. dood) komt.” [Surah Al-Hjir: 99] ------------------------------------------------------------------------------------------------- Voetnoten: [1] Allaah zegt: “Vandaag heb ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en Mijn Gunst voor jullie volledig gemaakt en de Islaam voor jullie als godsdienst gekozen.” (Surah Al-Maa-iedah: 3) [2] Overgeleverd door Abu Mûsa dat de profeet (صلى الله عليه و سلم) zei: “Eenieder die ervan houdt om Allâh te ontmoeten, Allâh houdt er ook van om hem te ontmoeten; en eenieder die het haat om Allâh te ontmoeten, Allâh haat het ook om hem te ontmoeten.” (Sahih al-Bukâry vol. 8 hadîth nr. 515). [3] Als de aanbidding van deze prominente profeten en die van de andere profeten ongeldig worden wanneer deze gemengd geraken met shirk (dit is een stelling en geen feit want zoiets gebeurt niet bij de profeten) dan zullen de aanbiddingen van anderen (gewone moslims) wanneer die gemengd geraken met shirk zonder enige twijfel ongeldig worden!” – (Tafsîr as-Sa’dê p. 263/264) Wees dus opgepast! Een gewaarschuwd persoon telt voor twee! [4] Imaam Al-Berbehârie (رحمه الله) heeft gezegd: “Wees gewaarschuwd voor de kleine toegevoegde zaken, want kleine bid’ah’s worden groot.” [5] De pubertijd bij een persoon, volgens het islamitische begrip, begint wanneer hij [ binbaz.org.sa/mat/8421 ]: 1) De leeftijd van 15 heeft bereikt (soms jonger); 2) Zijn schaamhaar begint te groeien; 3) Zijn eerste zaadlozing plaats vindt: overdag of tijdens slaap; 4) Zij (bij meisjes) haar menstruatieperiode krijgt. Vanaf deze leeftijd worden zijn goeden en slechte daden opgeschreven en wordt hij verantwoordelijk gehouden voor zijn daden.
Posted on: Thu, 18 Jul 2013 23:15:48 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015