In 1859 verscheen een boek van Charles Darwin (1809 – 1882) - TopicsExpress



          

In 1859 verscheen een boek van Charles Darwin (1809 – 1882) waarin hij een theorie beschreef over de oorsprong van de verschillende soorten levensvormen op deze planeet. De essentie van deze theorie is dat soorten zouden evolueren in andere soorten in hun strijd om te kunnen voortbestaan. Deze evolutietheorie is echter de grootste wetenschappelijke blunder ooit. Op de van absurde leugens uitpuilende Wikipedia lezen we: “De evolutietheorie is de natuurwetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven op Aarde.” Alleen mensen met een IQ kleiner dan hun schoenmaat zullen hier misschien intrappen. Hieronder zal ik onomstotelijk aantonen waarom deze evolutietheorie faliekant fout is. Dat betekent echter niet dat al die fanatieke gelovigen het bij het juiste eind zouden hebben, want de Allerhoogste God heeft zich namelijk totaal niet (op de voorgrond) bemoeid met het scheppen van de soorten op deze planeet. De onderstaande 10 feiten bewijzen dit. Ik heb deze feiten grotendeels ontleend aan het werk van de Amerikaanse onderzoeker Lloyd Anthony Pye (1946). Feit 1: De eerste dieren leefden een half miljard jaar eerder op deze planeet dan de eerste planten. Hoe kan de natuur eencellige dieren (de prokaryoten) laten ontstaan ver voor eencellige planten (de algen)? Hier is geen natuurlijke verklaring voor. De enige logische wetenschappelijke verklaring is dat de prokaryoten hier zijn gekomen via een ruimtereis. Feit 2: Vanaf het begin zijn er gelijk twee verschillende soorten prokaryoten. Beide soorten prokaryoten, de bacteriën en de archaea, zijn zeer verschillend van elkaar. Hoe kan de natuur nu zomaar beide soorten gelijktijdig laten ontstaan (ook nog eens uit het niets)? Dat kan natuurlijk helemaal niet. En stel dat ze beide toevallig meegereisd zouden zijn op een inslaande meteoriet, hebben ze dan toevallig ook allebei voldoende proviand weten in te pakken om de lange ruimtereis te kunnen overleven? De enige logische verklaring is dat de beide soorten prokaryoten opzettelijk zijn uitgezet op deze planeet om zuurstof te produceren. Mocht de ene soort misschien niet goed werken, dan doet de andere het wellicht wel. In werkelijkheid bleken beide soorten hun werk echter uitstekend te doen. En na een half miljard jaar (!) van zuurstofproductie was de atmosfeer geschikt voor de eerste eencellige planten. De algen, als de eerste aërobe organismen op deze planeet, hebben namelijk zuurstof nodig om te leven. Feit 3: Opeens is er zomaar een vele malen betere zuurstofproducent. Ongeveer 2 miljard jaar geleden verscheen er plotseling de eukaryoot. De prokaryoten, die op dat moment al 2 miljard jaar aanwezig waren op deze planeet, hebben een uiterst eenvoudige celstructuur zonder kern. In deze enorm lange periode van 2 miljard jaren (!) hebben de prokaryoten zich totaal niet geëvolueerd. Na 2.000.000.000 jaren waren ze nog steeds exact gelijk aan de allereerste prokaryoten op deze planeet. En toen opeens, ongeveer 2 miljard jaar geleden, waren er zomaar de eukaryoten. De eukaryoot heeft een zeer complexe celstructuur met kern, heeft zuurstof nodig om te leven en is meer dan honderd keer groter. Hoe kan de natuur nu van een ‘peutertekening’ (de prokaryoot) in één stap evolueren naar een ‘proefschrift’ (de eukaryoot)? Hier is geen natuurlijke verklaring voor. De enige logische wetenschappelijke verklaring is dat de ‘hoogontwikkelde’ eukaryoten opzettelijk zijn uitgezet (toen de tijd daarvoor rijp was) om de zuurstofproductie op deze planeet fors te versnellen. Feit 4: Opeens zijn er zomaar duizenden soorten zeeplanten en –dieren. Ongeveer 530 miljoen jaren geleden verschenen er in een evolutionair gezien zeer korte periode opeens duizenden soorten zeeplanten en –dieren. Deze soorten vormen de oerouders van alle huidige en uitgestorven levensvormen. Alle historische en huidige levensvormen zijn terug te voeren op deze oorspronkelijke groep van oersoorten. Dit plotseling verschijnen van duizenden soorten (zowel flora als fauna) wordt de Cambrische explosie genoemd, waarvoor wederom geen natuurlijke verklaring is. De enige diersoort van deze eerste lichting die heden ten dage nog steeds voorkomt is de degenkrab, en deze ziet er na meer dan een half miljard jaar (van niet evolueren) nog precies hetzelfde uit als de fossiele afdrukken van zijn oeroude voorouders. De degenkrab had blijkbaar gewoon geen zin om mee te doen aan de Darwinistische evolutietheorie. De enige logische wetenschappelijke verklaring voor de Cambrische explosie is dat deze plotselinge variëteit aan levensvormen doelbewust is uitgezet. Feit 5: Er is geen enkel bewijs voor het evolueren van de ene hoofdsoort naar een andere. De basisaanname onder de Darwinistische evolutietheorie is dat een hoofdsoort geleidelijk evolueert naar een volgende hoofdsoort. Dit heet macro-evolutie. Dit idee is overduidelijk onjuist, want na meer dan honderdvijftig jaren van onderzoek is er nul komma nul bewijs gevonden dat deze onjuiste veronderstelling ook maar enigszins zou kunnen ondersteunen. Macro-evolutie (tussen hoofdsoorten) bestaat namelijk helemaal niet. Er bestaat alleen micro-evolutie (binnen hoofdsoorten). Alleen dwazen kunnen nog steeds geloven in toevallige macro-evolutie. Dergelijk verdwaasde mensen kun je ook eenvoudig wijsmaken dat de zwart-witte orka heel lang geleden aan land is gekropen, pootjes kreeg, veranderde in een zwart-witte koe, die vervolgens op reis ging naar China om daar, na te leren boompje klimmen, veranderde in een zwart-witte panda. Feit 6: Er zijn vele essentiële verschillen tussen aapwezens en mensen. Ongeveer 4 miljoen jaar geleden gingen sommige aapsoorten steeds meer rechtop lopen. Sommige van deze aapsoorten zijn vandaag nog steeds aanwezig, zoals de gorilla, de chimpansee, de orang-oetan en gibbon. Ongeveer 2 miljoen jaar geleden groeiden deze aapsoorten uit tot rechtoplopende aapwezens. Nu komen we op het vlak waar ‘wetenschappers’ opzettelijk hebben gefraudeerd om de onwetenschappelijke evolutietheorie overeind te kunnen houden. Deze rechtoplopende aapwezens zijn namelijk voorgesteld als voorlopers van de menswezens. Er zijn echter fundamentele verschillen tussen beide hoofdsoorten, waardoor we deze fraude eenvoudig kunnen blootleggen. Aapwezens hebben even lange armen als benen, terwijl menswezens veel kortere armen hebben dan benen. Aapwezens hebben sterke, zware, dikke botten die niet snel breken. Menswezens hebben echter dunne, lichte botten die redelijk eenvoudig kunnen breken. Aapwezens hebben geen voorhoofd, geen kin, en een vooruitstekende mond. Menswezens hebben echter wel een voorhoofd, wel een kin, en geen vooruitstekende mond. Aapwezens kunnen ook ’s nachts goed zien, terwijl menswezens slecht nachtzicht hebben. Aapwezens hebben een volledig behaarde huid die hen beschermt tegen kou en beschadigingen in ruige omgevingen. Menswezens zijn echter volstrekt niet in staat te overleven in koude of ruige omgevingen zonder hun huid te beschermen (met behulp van dierenhuiden of andere kleding). Kijk nu maar eens opnieuw naar de voorstellingen die gemaakt zijn van het aapwezen dat door ‘wetenschappers’ volkomen onjuist is gecategoriseerd als “Homo Erectus”. Een correcte aanduiding voor deze soort is dan ook “Simia Erectus”, want het is een rechtoplopende (erectus) aap (simia in het Latijn), en in de verste verte geen mens (homo in het Latijn). Deze rechtop lopende aapwezens worden door de universitaire nepwetenschap consequent afgebeeld met mensenlichamen (die dus totaal niet overeenkomen met de gevonden skeletten!) gehuld in dierenhuiden. Deze wezens hadden (en hebben) helemaal geen kleding nodig. Dit is dus wetenschappelijke fraude van de bovenste plank, bedoeld om onwetende mensen onwetend te houden. Apen en mensen zijn twee volstrekt verschillende hoofdsoorten. Een jonge vrouwelijke gorilla is in staat om zonder enige problemen het allersterkste mannelijke menswezen in stukken te scheuren, mocht dat nodig zijn. De mensen staan evolutionair gezien dan ook helemaal niet boven de apen. De mensen hebben zelfs een paar chromosomen minder dan de apen! Er is hiervoor maar één logische wetenschappelijk conclusie: de aanwezigheid van de mens op deze planeet is niet natuurlijk. Daarom is het voor veel mensen ook zo lastig om in harmonie met de natuur te leven. De mens is dus niet als vanzelf geëvolueerd uit aapwezens. Hoe het wel is gegaan staat beschreven op de alleroudste geschriften (voor zover nu bekend). Op deze Sumerische kleitabletten staat in spijkerschrift dat reptielwezens van een andere planeet de mens via genetische manipulatie hebben geschapen (naar hun eigen beeld) op basis van de hoogst ontwikkelde aapwezens, althans volgens de lezing hiervan door Zecharia Sitchin (1920 – 2010). Zouden wij nu naar een bewoonde planeet kunnen reizen, dan zouden we inmiddels ook tot een dergelijke schepping in staat zijn. De mens is dus voor de helft een buitenaards wezen. Via in vitro fertilisatie (IVF) is een eicel van een vrouwelijk aapwezen bevrucht met een zaadcel van een buitenaards mannelijk reptielwezen. Het probleem waar de Scheppers mee zaten was dat ze zelf 23 chromosoomparen hebben, terwijl de aapwezens beschikken over 24 chromosoomparen (dus een paar meer). Ze hebben dat probleem uiteindelijk weten op te lossen door twee chromosomen in de eicel van het vrouwelijke aapwezen via genetische manipulatie aaneen te smeden tot één chromosoom, waarna een succesvolle samensmelting met de 23 chromosomen van de mannelijke, buitenaardse zaadcel mogelijk werd. Om er uiteindelijk voor te zorgen dat de menswezens zichzelf konden gaan voortplanten (wat aanvankelijk onmogelijk was vanwege de afstootreactie in de baarmoeder van de lichaamsvreemde zaadcel) hebben de Scheppers beenmergtransplantatie toegepast. Pas nadat de stamcellen van de mensman door het immuunsysteem van de mensvrouw waren geaccepteerd, konden de Adam en Eva zelf voor nageslacht zorgen. Daar ging dus het verhaal van de rib van Adam over. Feit 7: Geëvolueerde aapwezens leven nog steeds op deze planeet. Ongeveer de helft van het landoppervlak op deze planeet dat niet is bedekt met ijs, is onbegaanbaar voor mensen, en is dus onbekend terrein voor ons. Dit terrein omvat met name de enorme oerbossen. Aan de grenzen van deze, voor mensen onbegaanbare wouden, zijn sinds mensenheugenis veelvuldig hoogontwikkelde aapwezens waargenomen. Deze geëvolueerde aapwezens zijn benoemd als Sasquatch, Yeti of Bigfoot. Deze waarnemingen gaan door tot de dag van vandaag, en worden soms ook vastgelegd op video (link). Onwetende mensen denken dat het om verklede grappenmakers gaat. Ook dat gebeurt. Maar er zijn daarnaast vele authentieke vastleggingen van echte geëvolueerde aapwezens. Deze intelligente aapwezens zijn voornamelijk ’s nachts actief, in de gebieden waar beren overdag de baas zijn. Slechts bij hoge uitzondering worden ze soms gevangen door mensen. Alleen het allerdomste geëvolueerde aapwezen heeft zich door de mensen laten vangen, zij het pas na 60 jaar gericht zoeken! En dan doel ik op het zwart-witte, veganistische aapwezen dat benoemd is als panda. De panda is namelijk nadrukkelijk geen beer, maar een bijzonder onintelligent aapwezen. Feit 8: Opeens zijn er gedomesticeerde planten en dieren. Er is geen natuurlijke verklaring voor de oorsprong van gedomesticeerde planten zoals maïs en tarwe, noch voor de oorsprong van gedomesticeerde dieren, zoals runderen, schapen, geiten en varkens. Ook hier is genetische modificatie de enige logische verklaring voor hun bestaan op deze planeet. Het beste bewijs voor doelbewuste genetische manipulatie is de cheeta, dat een genetische mix is van een hond en een kat. Bovendien hebben alle cheeta’s precies hetzelfde DNA-profiel. Dit bewijst dat dit dier niet natuurlijk is, maar in plaats daarvan een kloon, ontworpen voor de jacht (door de Scheppers). Feit 9: Het genetische ontwerp van de mens zit boordevol weeffouten. De Scheppers hebben de nieuwe soort (de menswezens) geschapen (naar hun eigen evenbeeld) omdat ze slaven nodig hadden om het zware werk voor hen te gaan doen, want ook dat kunnen we lezen in de Sumerische kleitabletten. Op die tabletten staat in spijkerschrift geschreven dat de mens is geschapen om goud te gaan delven in het zuidelijke deel van Afrika. Waarschijnlijk was het voor de Scheppers erg lastig om een stabiele nieuwe soort te scheppen die voldeed aan alle verwachtingen, want deze nieuwe soort zit nog steeds boordevol “weeffoutjes”. Er zijn meer dan 4.000 genetische afwijkingen gedocumenteerd voor de menswezens, die nu ongeveer 200.000 jaar aanwezig zijn op deze planeet. Gezien het feit dat de natuur erg goed is in het wegwerken van genetische foutjes is dit des te opmerkelijker. Waarschijnlijk hebben de Scheppers op een gegeven moment tegen elkaar gezegd: “Zo is het wel goed genoeg. Dit is daarom de definitieve versie. We houden nu op met genetisch manipuleren. We gaan deze versie uitzetten.” Een bekende Nederlander die helemaal in de ban was geraakt van Sitchins lezing van de Sumerische kleitabletten was Bram Vermeulen (1946 – 2004). In november 2003 gaf hij in Amsterdam hier een zeer bijzondere voordracht van drie kwartier over, die onder via youtube kan worden bekeken (video). Op maandagavond 5 januari 2004 werd deze voordracht op de Nederlandse televisie uitgezonden via de RVU op Ned. 3 vanaf 20:05 uur (link). Negen maanden later overleed de 57-jarige Bram volkomen onverwachts op vakantie in Italië. Als officiële doodsoorzaak is een hartinfarct opgegeven. Ben ik de enige die vermoed dat Bram is vermoord omdat hij teveel mensen kon bereiken? Feit 10: Er is een authentieke, buitenaardse schedel gevonden. Er is een 900 jaar oude, echte schedel gevonden van een wezen met een veel grotere hersenpan dan de onze (die van menswezens zoals wij). Lloyd Pye heeft deze schedel in zijn bezit gekregen om te onderzoeken. Het is inmiddels bewezen dat dit niet de schedel van een mens kan zijn geweest, noch van een aapwezen. Lloyd heeft deze schedel benoemd als de Starchild Skull. Het vermoeden bestaat dat deze schedel afkomstig is van een wezen dat behoort tot de soort die ik hierboven toe steeds heb aangeduid als de Scheppers. In de Sumerische kleitabletten kunnen we inderdaad lezen dat deze Scheppers van boven zijn gekomen. Daarin wordt consequent gesproken over meervoud, dus meerdere Scheppers. Nergens op deze kleitabletten vinden we een verwijzing naar een oude man met een lange baard die deel uit zou maken van deze groep van Scheppers. Dit betekent dat we niet alleen de Darwinistische evolutietheorie naar het rijk der fabelen kunnen verwijzen, maar ook de misvatting dat de mens is geschapen door een almachtige God (enkelvoud). De menswezens zoals jij en ik zijn ongeveer 200.000 jaar geleden door ruimtereizigers geschapen. Uiteraard heeft de eeuwige, almachtige, alwetende, alom aanwezige God die Heer is dit alles gadegeslagen, en zag God dat het goed was.
Posted on: Wed, 06 Nov 2013 10:39:47 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015