Kamperen kan je het niet noemen, bivakkeren nog minder, want het - TopicsExpress



          

Kamperen kan je het niet noemen, bivakkeren nog minder, want het is vrij luxueus om in een stacaravan te verblijven. We verblijven drie dagen, twee nachten op de oudste camping van Nederland, Bakkum dus, bij Castricum, op loopafstand van de zee. Na een Kleine Tour door de Lage Landen een paar dagen op de plaats rust. Je herkent het terrein niet meteen als een camping, je zou ook aan een festival kunnen denken, waar niemand gewoon gast is maar op zijn minst cocreator. Elk huisje, elke caravan, blokhut, woonwagen, tenthuisje of Pipo-wagen ziet er weer anders uit, is op zichzelf al een bezienswaardigheid. Het kind staat centraal en anders wel het kind in de ouder, hoewel die vooral naar rust snakken, hun boek uit willen lezen of met elkaar converseren. Alle onderlinge barrières worden zoveel mogelijk verwijderd, wat ook blijkt uit het ontbreken van afrasteringen, hekken en heggen die zo kenmerkend zijn voor andere stacaravanparken. Je hoeft niet naar OpenUp, je kunt ook naar Bakkum. De stacaravan waar wij verbleven stond aan de rand en keek uit op een half verland ven, een bomenrand met daarboven de westelijke hemel waar elk avond het doek valt de zon. Het is dus al een waar genoegen om een rondje over het terrein te lopen dat groot genoeg is om er te verdwalen. Wat doe je op een zaterdagavond? We wandelen nog eens over de camping om ook eens naar de andere kant te gaan, de Jordaan-kant van de camping. Wij zitten aan de ludieke, zeg, grachtengordel-, Oud-Zuidkant, maar Bakkum bestaat uit twee werelden. Je hebt de ludieke, high brow-kant en het meer ‘volkse’ deel met ‘echte’ Amsterdammers, wat tongval dan betreft. Ik woon al sinds 1979 in die stad maar heb me nooit een ‘echte’ Amsterdammer gevoeld, want dat blijft voorbehouden aan de inboorlingen en inlanders. Ergens in het midden van het terrein, bij het grote speelveld, heb je een tot café omgebouwde boerderij. Buiten is er een afdak van zeildoek gehangen waaronder de rokers samenscholen. Bij binnenkomst stuit je meteen op een loket, niet voor de entree maar om muntjes kopen, alles tegen sportkantineprijzen. Binnen is er livemuziek. Hadden we (innerlijk) ook vakantie van de dans genomen? Een grote en ook wat dikke man in een lichtblauwe trui, zingt smartlappen of moet ik zeggen meezingers, en alles in de moedertaal. De man is groot en breed, zoals zijn stem dat ook is. Er wordt ‘meegesongen’ dus, op z’n Amsterdams. Kampeervereniging Bakkum (KVB) viert zijn 65-jarig bestaan! Een groot spandoek hangt tegen de wand. ‘Ik kijk in je mooie blauwe ogen. Ik wil je nog een ding zeggen, dat ik mijn hele leven bij je wil zijn. Mijn hart slaat op hol als je me aankijkt… door de ogen van jou.’ Oudere dames zitten aan lange tafels die evenwijdig aan de lange wanden staan opgesteld. Ze hebben allemaal een flesje fris voor zich met rietjes in gevarieerde kleuren. Ik wist niet dat het nog bestond. Ze zitten er niet als muurbloempjes bij maar met een zekere vanzelfsprekend en zoals later zal blijken eigenlijk al in de startblokken. Een aanloop kan in de verte en vooral ook ongemerkt beginnen. De zanger houdt op. Er is een korte onderbreking om de prijzen voor een minivoetbaltoernooi dat ’s middags heeft plaatsgevonden op het grote speelveld uit te reiken. De hoofdprijs is iets in cellofaan verpakt met een strik. Applaus. Speler Arie zegt wat onverstaanbaars in de microfoon. Een zittende mevrouw prikt me in de zij want ik sta in haar beeld. De zanger neemt het weer over. ‘Dan weet je wie je vrienden zijn’, wordt hard meegezongen. Het volume gaat zelfs even op nul en nu hoor je dat de hele zaal uit volle borst meezingt. Een groepje vriendinnen, ik geloof allemaal blond of geblondeerd, staat in een kring. Zij zijn duidelijk de hot girls. Dan: Sweet Caroline van onze softrocker Neil Diamond. ‘Sweet Caroline, ik laat je never nooit meer gaan. Ik ben verliefd, en dat heb jij mij bij mij gedaan, oh jee.’ De gezelligheid spat er vanaf. Zingen en meezingen heeft wat hartverwarmends, biertje in hand. Iedereen lacht en praat. Waarom zou je dit niet ook ecstatic noemen? De zanger neemt gelukkig weer een pauze en de zoon van de café-eigenaar zet wat op. Marjan neemt het voortouw, ik twijfel. Ik ben een danspionier, maar ik weet niet of ik hier mentaal klaar voor ben. Het beton van de oude deel is stroef, maar goed, in de beste smartlappenstijl: we gaan ervoor! En dat blijkt meteen een goede beslissing. Er worden een paar zeer dansante nummers gedraaid zoals een remix van Billy Jean die de term ‘hit’ weer een ballistische betekenis geeft. Muziek raakt je. Ik ga helemaal los. Als de zanger weer begint, gaat we nog een tijdje door, maar er zijn van die momenten dat de zanger je zo veelbetekenend aankijkt, wat hij trouwens bij iedereen doet. Het is toch de zang die de aandacht opeist of is het de tekst van het lied? ‘Ja, ja, ja, leve de lol, zingen we met z`n allen. Tot diep in de nacht blijven wij daar toch lekker lallen. We vieren feest, daar in dat Spaanse café…’ Ook de dames langs de wand zingen mee. Er dansen moeders met dochters, vaders met zoontjes. Marjan zegt dat ik haar moet helpen herinneren aan een nummer van Roberta Flack die ze in haar jeugd vaak meezong. Ik ga eens een biertje halen dat hier in een plastic bekertje wordt geschonken. Een gezellige Amsterdammer slaat me op de schouders en zegt dat ik Engelbert Humperdinck lijk, niet vanwege de looks maar wel vanwege de ‘neukteugels’ (bakkebaarden). ‘Ik hou van alle vrouwen, dat is een groot verdriet, daarom trouw ik niet.’ Het meezingen laat ik aan mij voorbijgaan. We zijn er nog niet, want we moeten ook nog naar ‘benee’. ‘We zakken naar benee, we zakken naar benee’, en het merendeel van de dames gaat door de knieën en het hoofd nadert het kruis van de heren. Lol, LOL (laughing out loud) is het sleutelwoord, want je moet er vooral niet te zwaar aan tillen, lingerielol. Dan is het de beurt voor de Jordaan-variant van de Biodanza, ‘spreid en sluit, drie maal de handen in de lucht, naar voren, naar links’, ochtendgymnastiek op een soort smurfenhouse. Een heer op leeftijd met snor blijkt verrassend in zijn element te zijn. Op een van de tafels staat een stenen poedel, witte vacht en gitzwarte ogen, de petuitvoering van het Zigeunerjongetje, en staart me telkens in het voorbijgaan aan. Camp op de camping. Om elf uur is het voor ons gedaan, zoals de Vlamingen zeggen, want dan begint de zanger voor de zoveelste keer weer met zijn karaoke-act en dat is precies een onderbreking van het dansgebeuren te veel. Ik geloof dat de zaal het compenseert met biertjes, maar wij trekken het niet meer en zetten onze wandeling voort, nu onder een sterrenhemel waar beduidend meer sterren te zien zijn dan in Amsterdam waar een koepel van fijn stof het licht verstrooid. Ik richt mijn sterren-app. The Night Sky op de nachtelijke hemel en kan nu Andromeda, de dichtstbijzijnde spiraalvormige galaxy, lokaliseren, die je dan vervolgens ook meent te kunnen zien. Geheel bevredigend was het niet, dus we gaan zondagmiddag met z’n tweetjes verder op het verstofte grasveldje achter de stacaravan, tussen de wuivende bomen, met een silent dance à deux, in een bijzondere sandwich van dans-lezen-dans. Zaterdagavonddisco georganiseerd door de Kampeervereniging Bakkum, zaterdag 10 augustus 2013, Camping Bakkum, Bakkum, met nasleep
Posted on: Sat, 17 Aug 2013 01:32:44 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015