MOSHON STATEN RIBA LEI BOSMAN MOTIE De Staten van Curaçao heden in de openbare vergadering bijeen op vrijdag 23 augustus 2013 OVERWEGENDE: - dat de Staten van Curaçao bij brief d.d. 11 juli 2013 schriftelijk is benaderd door de commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal met het verzoek aan de Staten van Curaçao om een reactie te geven op het initiatiefwetsvoorstel van het lid Bosman houdende regulering van de vestiging van Nederlanders van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland (Kamerstuk 33325); - dat Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Nederland en de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius, en dat binnen het Koninkrijk der Nederlanden op basis van het Statuut een ongedeeld Nederlandschap bestaat; - dat het initiatiefwetsvoorstel van het lid Bosman onderscheid maakt tussen Nederlanders die onderdeel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden, waarbij de vestiging van Nederlanders afkomstig van Aruba, Curaçao en Sint Maarten in Nederland wordt beperkt; - dat een dergelijke onderscheid in strijd is met internationale mensenrechtenbepalingen, zoals onder meer bepaald in het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van Rassendiscriminatie; - dat de Staten van Curaçao ervan overtuigd is dat er geen objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat voor een dergelijk onderscheid tussen Koninkrijksonderdanen; - dat het vorenstaande versterkt wordt door het feit dat onafhankelijke organen, zoals de College voor de Rechten van de Mens in Nederland, nog niet gehoord zijn over het in het initiatiefwetsvoorstel van het lid Bosman gemaakte onderscheid; - dat ook uit het 2013 Report of the Kingdom of the Netherlands, Aruba, Curacao and Sint Maarten to the United Nations Committee on the Elimination of Racial Discrimination van 2013 niet blijkt dat het initiatiefwetsvoorstel van het Lid Bosman ter toetsing is voorgelegd aan het vorengenoemde Committee; - dat de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten de status van Landen en Gebieden Overzee (LGO) genieten, waarin de geografische en economische verschillen met de Gemeenschap erkend zijn, mede als doel om de economische en sociale ontwikkeling van de LGO doeltreffender te bevorderen, waardoor er voor een vestigingsregeling geen beroep kan worden gedaan op het principe van reciprociteit; - dat de Staten van Curaçao op 8 april 2011 en de toenmalige Staten van de Nederlandse Antillen en Eilandsraad van het voormalige Eilandgebied Curaçao, middels verschillende moties of brieven, een standpunt hebben ingenomen ten aanzien van de verschillende beleidsvoornemens, alsook ingevoerde maatregelen, zoals de Verwijsindex Antillianen, van onze Europese Koninkrijkspartners gericht op het maken van onderscheid op basis van etniciteit; - dat door de hiervoor genoemde organen de volgende moties en brief, die integraal onderdeel vormen van deze motie, naar volgorde van tijd unaniem zijn aangenomen: * motie van 12 mei 2005 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 11 mei 2006 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 14 februari 2008 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 27 februari 2008 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 11 september 2008 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 23 april 2009 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 1 september 2009 van de Staten van de Nederlandse Antillen; * motie van 8 april 2011 van de Staten van Curaçao; en * brief van 31 augustus 2009 van de Eilandsraad van het Eilandgebied Curaçao; - dat in deze moties het standpunt wordt ingenomen dat een eenzijdig door Nederland te nemen maatregel het gemeenschappelijke karakter van de gerezen problemen miskent en dat deze maatregelen discriminerend, stigmatiserend en waardigheidondermijnend zijn ten aanzien van Koninkrijksgenoten afkomstig van Aruba, Curaçao en Sint Maarten; - dat de Staten van Curaçao haar eigen al eerder ingenomen standpunt alsook het standpunt van de inmiddels opgeheven Staten van de Nederlandse Antillen en het Eilandgebied Curaçao onderschrijven en wensen te bekrachtigen; BESLUITEN: 1. De Staten van Curaçao bekrachtigt haar standpunt, zoals bepaald in de motie van 8 april 2011 en de standpunten zoals bepaald in alle bovenvermelde moties die door de voormalige Staten van de Nederlandse Antillen en de brief van de Eilandsraad van Curaçao zijn ingenomen. 2. Verzoekt de Regering van Curaçao om er alles aan te doen om te voorkomen dat het initiatiefwetsvoorstel van het lid Bosman kracht van wet krijgt. En gaan over tot de orde van de dag. Afschrift van deze motie te zenden aan: - de Regering van Curaçao; - de Regering van Aruba; - de Regering van Sint Maarten; - Koninkrijksregering; - de Regering van Nederland; - de commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de voltallige Tweede Kamer der Staten-Generaal; - de Eerste Kamer der Staten-Generaal; - de Eilandsraden van de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius; - de Europese Commissie tegen racisme en intolerantie; - de VN Commissie voor de Rechten van de Mens (CERD); - Europees Parlement; - Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN); - Movementu Antiano i Arubano pa Promové Partisipashon (MAAPP); - Parlementaire Assemblee van Europa en Latijns-Amerika (EUROLAT); - Verenigde Naties; - Caricom; - Latijns-Amerikaans Parlement (Parlatino); - de dekolonisatie Commissie tegen Racisme en Intolerantie; - Parliamentary Confederation of the Americas (COPA); - Conderencia Permanente de Partidos Políticos de América Latina y el Caribe (Copppal); - Open Society Justice Initiative (OSJI); - Socialist International (SI).
Posted on: Fri, 23 Aug 2013 17:09:29 +0000
Trending Topics
Recently Viewed Topics
© 2015