N-VA CONGRESTEKST: WAT ER GOED AAN IS EN WAT ERAAN NIET DEUGT - TopicsExpress



          

N-VA CONGRESTEKST: WAT ER GOED AAN IS EN WAT ERAAN NIET DEUGT Tekst van de Denktank Daniel Huet 31.10.2013 - Eén troost: vanaf nu hoeven we niet meer in het woordenboek te kijken om te weten wat Bart de Wever onder confederalisme verstaat. De nevelen zijn opgetrokken en de flou artistique die de inhoud verdoezelde is verdwenen. N-VA heeft klare taal gesproken. Wat er van België overblijft, mocht de N-VA droom ooit werkelijkheid worden, is weinig meer dan een lege schelp. Eens de staatsschulden zijn gedelgd, volgens N-VA over 25 jaar, kan Bart de Wever het licht uitdoen en blijven alleen nog twee ministaatjes over: Vlaanderen en Wallonië. Als het dan toch de bedoeling was een onafhankelijk Vlaanderen te realiseren dan was zon confederaal ommetje van 25 jaar, waarbij de Belgische staat en zijn koning op papier blijven bestaan, eigenlijk nergens voor nodig. Daarin heeft Gerolf Annemans overschot van gelijk. DE STERKTE VAN HET N-VA CONFEDERAAL MODEL Een positief aspect van het overschakelen van federalisme naar confederalisme à la N-VA is wel dat het aantal regeringen zakt van 6 naar 3, dat het aantal parlementen zakt van 7 naar 3, dat het aantal ministeries en ministers zakt met minstens de helft, en dat het aantal parlementairen in een confederaal België zakt van 628 naar 249. We verduidelijken. Door niet meer te redeneren in de federale termen van gemeenschappen en gewesten, wel in termen van twee deelstaten, wordt er inderdaad bezuinigd op het aantal regeringen en parlementen dat het huidige België thans telt. Met de geplande verdwijning van het Brusselse gewest verdwijnen zowel de Brussels Hoofdstedelijke Raad met 89 parlementairen en de Brusselse regering met 5 ministers. De Fédération Wallonie-Bruxelles, nu nog officieel de Franse Gemeenschapsraad, met 94 parlementairen en de bijpassende regering met 7 ministers verdwijnt dan ook. Met het opdoeken van de Duitstalige gemeenschap verdwijnt in Eupen ook het parlement van de Duitstalige gemeenschap met 25 leden en de vierkoppige Duitstalige deelregering. Hierdoor zakt het aantal regeringen van zes naar drie. Door de Senaat definitief af te schaffen verdwijnen daar 71 parlementairen en door de Kamer te reduceren van 150 naar 50 leden - nu wel niet meer verkozen maar aangeduid door de deelstaten - verdwijnen nog eens 171 parlementairen. In totaal zakt het aantal parlementairen door dit alles goed en wel van 628 (amper 108 minder dan het Europees parlement!) minus (89 + 94 + 25 + 71 + 100 =) 379 tot 249. Opgeruimd staat netjes, denk je dan. Er blijven dan immers nog enkel 50 confederale parlementairen over in de Kamer, 124 in de Vlaamse deelstaat en 75 in de Waalse deelstaat, al kunnen de deelstaten die laatste twee aantallen nog wijzigen de dag dat de N-VA droom werkelijkheid wordt. Voorts sneuvelen er met de afschaffing van gemeenschappen en gewesten zeker 5 + 7 + 4 = 16 ministeries van de 47 die we nu tellen. Door op confederaal niveau het aantal ministers te beperken tot 6 (nu zijn er dat 14) worden nog eens 8 ministeries afgeschaft, waardoor er in totaal 24 verdwijnen. Kortom, tegen dit aspect van de staatshervorming in confederale zin kan men moeilijk tegen zijn. Zeker, de zgn. Brusselkeuze is geen makkelijke oefening, nu de Brusselaar straks (driejaarlijks) moet kiezen tussen Vlaanderen en Wallonië, waardoor hij niet langer Brusselaar is maar de Vlaming of Waal die hij of zij niet is. N-VA draait hier de rollen radicaal om: nadat Brussel decennia van uit de hoogte op Vlaanderen heeft neergekeken kijkt Vlaanderen nu ogenschijnlijk van uit de hoogte op Brussel neer. Ik schreef inderdaad ogenschijnlijk, want N-VA keek op geen inspanning om Brussel te pamperen. Het kan zijn eigen vennootschapsbelasting innen, het krijgt tal van bevoegdheden inzake grondgebonden materies en het krijgt zo nodig nog een pak centen erboven op. Men leze hierover een sterke analyse van Bart Maddens onder de titel Minder revolutionair dan het lijkt (link: deredactie.be/cm/vrtnieuws/opinieblog/opinie/131030_opinie_BartMaddens_N-VA_standard) DE FLAGRANTE GEBREKEN VAN HET CONFEDERAAL MODEL De grote zwakte van het N-VA model ligt uiteraard in de bedoeling de confederatie na een kwarteeuw op te heffen en daarmee zo vlug mogelijk, in volle crisistijd (!), te beginnen. Wie onmiddellijk werk wil maken van een onafhankelijk Vlaanderen wil dient zich te realiseren dat de bruto staatsschuld momenteel 397.5 miljard euro bedraagt (104.5 % van het BBP), dat de Dexia schuld voor Belgische rekening 488 miljard euro bedraagt, dat de private schuld van gezinnen en niet-bancaire bedrijven volgens berekeningen van de OESO 967.8 miljard euro bedraagt [247 % van het BBP, meer dan Nederland (221.9 %) en Japan (226.8 %) die hierin lang koploper waren], dat ons BBP van 2003 tot 2013 jaarlijks slechts met 1.24 % steeg tegen een jaarlijkse stijging van de bruto staatsschuld met 2.96 % en een jaarlijkse stijging van de private schuld met 3.10 %, kortom dat we ons kleine beetje economische groei massaal op de poef hebben gerealiseerd en dat de Belgische economie nog steeds boven een immense zeepbel zit. Zolang we de excessieve private schuld niet kunnen terugdringen tot maximaal 100 % van het BBP (i.p.v. 247 %) zal de financieel-economische crisis persisteren, minstens nog tien à twaalf jaar lang. N-VA vergist zich duidelijk als het denkt dat het verhaal van de confederatie afgelopen is als we de staatsschuld in een kwarteeuw kunnen wegwerken. De gigantische private schuld onder onze economie is stukken gevaarlijker dan de torenhoge staatsschuld. Wie de staat op revolutionaire wijze wil hervormen doet dit NIET als een land op zulke kolossale schuldenberg zit. Dit is werkelijk met vuur spelen en een flagrant bewijs van gemis aan inzicht in de werkelijk dramatische toestand van onze economie. N-VA houdt geen rekening met de reactie van de financiële markten op het voorgestelde avontuur. Het volstaat dat de Amerikaanse ratingbureaus Standard & Poors, Fitch of Moodys - de superboekhouders van de financiële markten - de kredietwaardigheid van de deelstaten met één rang afwaarderen opdat de rentelast op de torenhoge schulden de pan uit swingen en onbetaalbaar worden. Hiermee werd in de congrestekst in het geheel geen rekening gehouden. De N-VA congrestekst blinkt vooral uit in het leegplunderen van het mandje met confederale bevoegdheden, derwijze dat er nog nauwelijks een premier en een confederale regering nodig zijn en dat de Kamer (bestaand uit benoemde leden, niet langer uit rechtstreeks verkozen leden) een onbelangrijk ornamentje wordt. Om verteerbaar te blijven mogen vier centrale bevoegheden - naast de vier die N-VA nu erkent - door de confederatie niet uit handen worden gegeven. (1) De fiscaliteit moet een confederale bevoegdheid blijven, zoniet gaan de deelstaten elkaar beconcurreren, terwijl ze elkaars voornaamste handelspartner blijven. Veel beter ware - in afwachting voor een oplossing voor de financieel-economische crisis - het invoeren van een vlaktaks, zowel voor vennootschappen als private personen. Voor vennootschappen zou men kunnen werken met een vlaktaks van 12 % waarbij de notionele interestaftrek wordt afgeschaft voor bedrijven die er vijf jaar of meer van hebben genoten. Qua personenbelasting zou men een vlaktaks van 35 % op alle inkomens kunnen invoeren met een vrijstelling van de eerste schijf van 15.000 euro. Prof.dr. Lode Vereeck liet berekenen dat dit, op een benefiet van 2 miljard euro na, voor de overheid een zelfde overheidsinkomen uit directe belastingen garandeert. De inkomsten zouden dan kunnen worden geïnd door de deelstaten nadat ze in het kader van artikel 35 van de Grondwet zijn overeengekomen welk deel van de geïnde gelden naar de confederatie gaat. De Nationale Bank dient minstens behouden te blijven zolang de crisis niet is opgelost. Aan een afschaffing van de Grondwet en een vervanging door een Grondverdrag tussen beide deelstaten is geen enkele noodzaak. Dit druist trouwens in tegen de beginselen van de confederale staat omdat die dan geen enkele inspraak meer krijgt in het voorgestelde Grondverdrag. (2) Het splitsen van de sociale zekerheid zoals voorgesteld door de congrestekst leidt zeker voor wat het tweetalige Brussel betreft tot een onvoorstelbare administratieve rompslomp voor die bedrijven die zowel Vlamingen en Franstaligen in dienst hebben. Daarom lijkt het aanbevolen om voor alles wat met loonadministratie te maken heeft eenzelfde systeem te hanteren in beide deelstaten. Gezondheidszorg daarentegen zou wel kunnen worden gesplitst. Loonindexering daarentegen moet een confederale bevoegdheid kunnen blijven. (3) Het lijkt onwenselijk een ander verkeersreglement toe te passen in beide deelstaten. Mobiliteitsplannen van beide deelstaten moeten door de confederale overheid kunnen worden gecoördineerd. (4) In het belang van de rechtszekerheid lijkt het wenselijk dat Justitie (net als Defensie en het innen van BTW en accijnzen) in handen blijft van de confederale overheid waarbij het Hof van Cassatie, de Raad van State en het Grondwettelijk Hof worden behouden (iets wat uitdrukkelijk in het N-VA document staat vermeld). Het Bestuur van de Strafinrichtingen kan wel gesplitst worden en overgelaten aan de deelstaten, maar de bestrijding van criminaliteit moet confederale materie blijven. Zou men de doos van de Confederatie niet kaal laten plukken en bovenvermelde vier bevoegdheden aan de confederale overheid toevertrouwen dan is het confederaal model volgens ons wél aanvaardbaar. Maar dan dient er een confederale regering te komen met meer dan zes ministers en dan is een Kamer met amper 50 niet verkozen parlementairen een ernstig democratisch manco omdat die allerlei extraparlementaire benoemingen toelaat waarin de burger geen inspraak heeft. Het aantal parlementairen in de hele confederale staat zou kunnen worden beperkt tot 250, allen rechtstreeks verkozen, met afschaffing van de kiesdrempel en het stelsel Dhondt, naar Nederlands model. De Kamer zou dan 100 leden kunnen tellen, Vlaams en Waals parlement elk 75 leden. ECONOMISCHE VOORSTELLEN VAN N-VA: PUUR BOERENBEDROG 1. BLIND VOOR DE BANKENCRISIS Van een ernstige partij mag men op zijn minst verwachten dat een economisch programma aan de werkelijkheid kan worden getoetst door het Centraal Planbureau - zoals bijvoorbeeld gebruikelijk is in Nederland. Wat N-VA doet is een aantal neoliberale voorstellen, stuk voor stuk afgekeken van Alexander De Croo op een hoop gooien, zonder dat iemand kan zeggen in hoeverre ze realiseerbaar zijn. In het Vlaams Parlement eerst de jobkorting wegstemmen (die goed was voor een meerinkomen van 600 euro per jaar) en nu afkomen met een vermindering van de aanslagvoet voor (hoge) lonen van 50 naar 40 procent is weinig ernstig. In Ter Zake van maandagavond schermde Bart de Wever nog met het Duitse model dat tot een daling van de werkloosheid heeft geleid en in zijn ogen in vijf jaar tijd tot een spectaculaire economische groei door de invoering van goedkope minijobs. De Wever, die zo graag schermt met uit het hoofd geleerde cijfers van de OESO, moet die cijfers eens dringend beter bekijken. Zo spectaculair was de economische groei in Duitsland nu ook weer niet de vijf laatste jaren. Met de OESO groeicijfers in de hand komt men slechts aan een gemiddelde jaarlijkse groei van 0.80 % (tegen 0.55 % in België). Het is wel zo dat in Duitsland de werkloosheidsgraad tussen 2008 en 2013Q3 daalde van 7.5 % tot 5.4 % doordat het aantal uitkeringsgerechtigde werklozen er in die periode daalde met 873.334 eenheden. In België daarentegen steeg de werkloosheidsgraad in dezelfde periode van 7.0 % tot 8.5 % omdat er 93.667 uitkeringsgerechtigde werklozen bijkwamen (waarvan 62.333 alleen al in het laatste jaar). Maar dat komt niet omdat Duitsland minijobs creëerde, wel omdat de private schuld er daalde van 146.8 % van het BBP in 2008 (België: 225.7 % in 2008) naar 124.9 % in 2013Q3, terwijl die private schuld in België opliep tot 247.0 % van het BBP in hetzelfde kwartaal. De Duitse schuldafbouw zorgde ervoor dat bedrijven een flink kleiner deel van hun winsten aan banken moesten afstaan onder de vorm van rentebetaling terwijl Belgische ondernemers een groter deel van hun winsten aan de banksector moesten afdragen. Dan zou je van De Wever, die de Duitse aanpak van de crisis zozeer bewondert, op zijn minst kunnen verwachten dat er in zijn economische plannen iets staat over een vermindering van de private schuld, maar niets daarvan, De Wever gelooft dat het allemaal wel goedkomt als de ... publieke schuld wordt afgebouwd. Economen zijn recentelijk, onder druk van de Oostenrijkse School, tot inzicht gekomen dat, wil men uit de crisis geraken, de private schuld bij voorrang moet worden afgelost. Een groot deel van die private schuld moet afgelost worden bij de banken van de eurosector waarvan geweten is dat ze sterk ondergekapitaliseerd zijn. Van die schuld bestaat een min of meer vast percentage uit bad loans, dus uit dubieuze kredieten. Hoe groter de private schuld hoe groter die dubieuze kredieten zijn en hoe moeilijker banken het krijgen. Op 26 oktober 2013 blokletterde The Economist nog: The euro zone is blighted by private debt even more than by government debt [link: economist/news/finance-and-economics/21588382-euro-zone-blighted-private-debt-even-more-government-debt-debtors]. Hoezeer de voortdurende stijgende private schuld in zowat de hele eurozone banken aan het wankelen brengt wordt voldoende geïllustreerd door het feit dat de dubieuze leningen van banken in de eurozone tussen 2008 en nu steeg van 514 miljard euro naar officieel 1.187 miljard euro (Dexia leningen niet meegerekend!). Maar Richard Thompson van PwC (PricewaterhouseCoopers) berekende op basis van balansgegevens van de 128 grootste banken uit de eurozone haarfijn dat Europese banken in werkelijkheid op 2.400 miljard euro dubieuze leningen zitten waar ze dringend van af willen. Daarvan zit er 179 miljard euro bij Duitse banken en 550 miljard euro (ten gevolge van STEP emissies) bij Franse banken. Het is trouwens geen wonder dat Mario Draghi, de voorzitter van de ECB onlangs besliste dat de 128 banken die vanaf 1 januari 2014 onder Europees toezicht komen te staan dringend aan een stresstest moeten worden onderworpen. Immers, nergens in Europa staan politici te springen om hun banken onder de loep te nemen uit vrees dat er kadavers uit de kast zullen vallen waarvoor men de rekening nooit zal kunnen betalen. Als het er de N-VA om te doen was de financieel-economische crisis doeltreffend te bestrijden - een crisis die nooit opgelost geraakt zolang men de excessieve private schuldenlast van 967.8 miljard euro niet terugdringt door (a) een terugschroeven van het besparingsbeleid, (b) de erkenning en de volledige afschrijving van bad loans, (c) herstructurering van hypotheekschulden en bedrijfsschulden en (d) hervorming van de Europese regelgeving rond faillisementen - dan had ze eerst en vooral plannen gemaakt om de private schulden terug te dringen van 247 % van het BBP naar 60 %, dus met 729.6 miljard euro, in plaats van de hele publieke schuld van 397.5 miljard euro in 25 jaar integraal te willen aflossen. Nu wil N-VA dat de confederale overheid hiervoor de inkomsten uit BTW en accijnzen aanwendt (in 2012 nog 43 miljard euro) wat correspondeert met een compleet onhaalbare bezuiniging van 16 miljard euro per jaar. Maar als het de eerlijke bedoeling is de economie terug gezond te maken dan moet die bruto staatsschuld - nà de sanering van de private schuld!!! - niet met 100 % worden afgeschreven, maar enkel worden teruggebracht van 104.5 % van het BBP naar 60 % van het BBP, dus van 397.5 miljard euro naar een veilige 228.2 miljard euro. Het is erg duidelijk dat N-VA veel minder geïnteresseerd is in het terug gezond maken van de zieke economie dan in de splitsing van België over een kwart eeuw. Hoe de nakende tweede bankencrisis in de eurozone kan worden vermeden en hoe de kolossale private schuld kan worden teruggedrongen komt in de congrestekst niet met één woord aan bod. 2. HOE DE BESPARINGEN FINANCIEREN? Centraal in de congrestekst staan een piepkleine vermindering van de personenbelasting voor de middelgrote inkomensgroepen, een afbouw van de uitkeringsvergoeding voor werklozen met doorverwijzing naar het OCMW na meer dan drie jaar werkloosheid, een afschaffing van de loonindexering en een lagere vennootschapsbelasting. Axiomatisch neemt men hierbij aan dat dit de concurrentiekracht van de economie zal doen stijgen, dat de private koopkracht hierbij zal omhoog gaan en dat er meer jobs uit de hoge hoed zullen worden getoverd. Dit deel van het programma, dat net evengoed door VOKA had kunnen worden geschreven is weinig meer dan holle fraseologie en een opeenstapeling van holle verkiezingsslogans. Hoe dit alles zal worden gefinancierd blijft beperkt tot de wensdroom dat er drastisch moet worden bezuinigd op de overheidsuitgaven. Hoe en waar precies wordt er niet bij verteld. Als antwoord op wat N-VA de socialistische belastingsregering noemt is dit niet enkel een heel mager beestje, maar in werkelijkheid zelfs niet eens een beestje. Bij dit alles wordt de slagkracht van het middenveld doodgewoon genegeerd, net als zouden de vakbonden zonder slag of stoot de afschaffing van de loonindexering slikken. In werkelijkheid zal het hele plan, mocht het ooit worden uitgevoerd, de armoede van de laagste inkomensgroep verhogen, zal het bij stijgende prijzen en bevroren lonen private koopkracht wegzuigen en zal het, in samenhang van het niet afbouwen van de torenhoge private schuld, de financieel-economische crisis nog aanzwengelen met de blaasbalg van de flagrante economische onkunde en waanzin van de N-VA economen (sic). Het consumentenvertrouwen zal erdoor alleen maar dalen, de animal spirits zullen erdoor enkel maar stijging. Dit zal leiden tot een verdere daling van de private consumptie van duurzame goederen en van nog meer besparingen onder de vorm van depositosparen. Het plan holt het multiplicatoreffect verder uit omdat de toegenomen spaarneiging van de begoede middenklasse onvoldoende kan worden gecompenseerd door de bescheiden daling van de fiscale inkomsten. BESLUIT: ELECTORALE AANTNREKKINGSKRACHT DOOR ONWETENDHEID VAN DE KIEZER In zijn hoger geciteerd artikel vergelijkt Bart Maddens de congrestekst met de federale blauwdruk van een federale staat door Herman Vos (Frontpartij) in 1929 en met een andere blauwdruk van federalisme, gelanceerd door de Vlaming Walter Couvreur en de Waal Fernand Schreurs in 1953. Hij besluit zijn artikel met de tekst: Of is dit alles niet meer dan intellectuele Spielerei? Een gratuite oefening in het bouwen van institutionele luchtkastelen? Misschien wel. Maar dat zal vooral van de kiezer afhangen, zoals het ook hoort in een democratie. In elk geval zal hij of zij op 25 mei zeer goed weten waar de N-VA met België naar toe wil. Als die kiezer de partij volgend jaar incontournable maakt, dan kan de N-VA de arm van de traditionele partijen omwringen en het land in een confederale plooi leggen. In het andere geval mag de confederale blauwdruk worden bijgezet in het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme, naast de federale statuten van 1929 en 1953. Wij zijn van mening dat men de electorale aantrekkingskracht van de congrestekst best niet onderschat. Het is genoegzaam bekend dat de modale kiezer (1) nog steeds steevast gelooft dat alle politici zakkenvullers zijn (naar het voorbeeld van de Lokerse burgemeester Filip Antheunis) en (2) nauwelijks een onderscheid kan maken tussen cijfers in miljoenen euro en in miljarden euro. Een verrassend groot aantal mensen gelooft nog steeds dat als men drastisch zou snoeien in de lonen van ministers en parlementairen er voldoende geld zou vrijkomen om alle crises op te lossen. De aantrekkelijkheid van het confederaal model zit uiteraard niet in het economisch luik dat minder dan gebakken lucht voorstelt, wel in het confederaal model dat 7 parlementen reduceert tot 3, dat 6 regeringen reduceert tot 3, dat 628 parlementairen reduceert tot 249 en dat 47 ministers reduceert tot 22. Voor Jan Modaal klinkt dit als muziek in de oren omdat hiermee een pak gehate politici verdwijnt. In het geheel komt dit neer op een jaarlijkse besparing van ongeveer 180 miljoen euro. Als we in miljarden spreken blijft dat nog steeds maar het eerste cijfer na de komma. Maar net omdat Jan en Miet Modaal nooit hebben leren rekenen in miljarden lijkt dit een kolossaal bedrag. Dat je daarmee de staatsschuld met amper 0.045 % vermindert, of nog: dat dit minder is dan een druppel op een hete plaat, krijg je bij de kiezer, die in groeiende mate een aversie heeft van alles wat naar politiek ruikt, niet verkocht. Zijn buikgevoel maakt hem wijs dat dit de enige goeie oplossing is van alle ellende. Overgiet dit verhaal met een sausje van belastingvermindering en met de stellige bevestiging dat dit een Di Rupo II onmogelijk maakt, en je geeft N-VA een schitterend electoraal startvlak dat er bij heel wat kiezers in gaat als peperkoek. Het is dus niet uitgesloten dat BDW er na 25 mei 2014 in slaagt goed en wel de arm van minstens één politieke partij om te wringen: die van CD&V, waar Brussels minister Brigitte Grouwels al heeft laten verstaan niet per se afkerig te zijn van een confederaal model met twee deelstaten. De N-VA congrestekst moge - op de bezuiniging van het aantal postjes na - minder om het lijf hebben dan de danseresjes in de Parijse Moulin Rouge , een goede verkoper (en is BDW dat dan niet?) krijgt zoiets zeer makkelijk verkocht aan een onwetende kiezer. Zal het dus verbazen dat 42 % van de ondervraagde Vlamingen zich in de tekst kan vinden - See more at: partijrossem.be/daily-notes/dagelijks-nieuws-okt#sthash.xmWddGCv.dpuf
Posted on: Fri, 01 Nov 2013 09:21:26 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015