Vraag: Is het zeggen van ‘SadaqAllaah ul-cAdhiem’ na het reciteren of citeren uit de Koran een innovatie? Zo ja, hoe werd het geïntroduceerd? Antwoord: Alle lof zij Allah. Veel mensen hebben de gewoonte om een recitatie uit de Koran af te sluiten met de woorden ‘SadaqAllaah ul-cAdhiem’ (Allah de Verhevene heeft de waarheid gesproken). Dit heeft echter geen basis in de Islam, omdat de Profeet (vrede zij met hem) dit niet deed, noch was het de gewoonte van de metgezellen en was het niet bekend bij de Taabicien (de generatie na de metgezellen). Deze gewoonte is pas later ontstaan, omdat sommige reciteurs deze woorden zouden zeggen aan de hand van het vers (interpretatie van de betekenis): “Zeg: “Allah heeft de waarheid gesproken…” (Soerat Aali cImraan: 95) en omdat dit de mensen aanstond. Echter zou dit laatste verworpen moeten worden. Want als dit daadwerkelijk goed zou zijn, dan zouden de Profeet (vrede zij met hem), de Sahaabah en de Taabicien – de Salaf, oftewel eerste en beste generatie van de Oemmah – het niet hebben nagelaten. Het Koranvers (interpretatie van de betekenis): “Zeg: “Allah heeft de waarheid gesproken...”,betekent niet dat deze woorden gezegd moeten worden aan het einde van een lezing of recitatie. Als dat het geval was geweest, dan zou Hij gezegd hebben (interpretatie van de betekenis): “Als je hebt gelezen, zeg (dan): “Allah heeft de waarheid gesproken.” Net zoals Hij, de Verhevene, zei (interpretatie van de betekenis): “En wanneer jullie de Koran lezen: zoek dan de bescherming van Allah tegen de vervloekte satan.” (Soerat an-Nahl: 98) Het vers dat de innoveerders gebruiken om het zeggen van ‘SadaqAllaah’ na het reciteren te bekrachtigen, was eigenlijk geopenbaard in de context van de bevestiging van wat er gezegd is over hoe al het voedsel toegestaan was geweest voor Banie Israa’iel, behalve wat Israa’iel verboden heeft gesteld voor zichzelf. Allah zei (interpretatie van de betekenis): “…Breng de Thora dan, en lees haar voor als jullie waarachtigen zijn. Degenen die dan daarna de leugens over Allah verzinnen: zij zijn degenen die onrechtplegers zijn. Zeg: “Allah spreekt de waarheid, volg dus de godsdienst van Ibraahiem, de oprechte. En hij behoorde niet tot de veelgodenaanbidders.” (Soerat Aali cImraan: 93-95) Als dit vers zou betekenen dat deze woorden gezegd moeten worden na het reciteren uit de Koran, dan zou de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) de eerste zijn die dit had geweten en zou hebben toepast. Aangezien dit niet het geval is, weten we dat dit niet zo bedoeld is. Daarom kunnen we concluderen dat het zeggen van ‘SadaqAllaah ul-cAdhiem’ na het reciteren van de Koran een innovatie is, en de moslim dit niet dient te zeggen. Echter, het geloven dat Allah de waarheid heeft gesproken is verplicht. Wie dit niet gelooft of twijfelt aan de waarachtigheid van wat Allah heeft gezegd, is een Kaafir die buiten de oevers van de Islam treedt. We zoeken toevlucht hiertegen bij Allah. Wanneer een persoon in bepaalde gevallen zegt: ‘Allah heeft de waarheid gesproken’, zoals wanneer iets wat Hij heeft voorbeschikt plaatsvindt of het bevestigen van de waarheid van wat Hij heeft gezegd, dan is dit toegestaan omdat iets vergelijkbaars vermeld is in de Soennah. Terwijl de Profeet (vrede zij met hem) een preek aan het geven was kwamen al-Hasan en al-Hoesayn langs. Hij (vrede zij met hem) stapte van zijn preekstoel, tilde hen op en plaatste ze voor zich. Vervolgens zei hij: “Voorzeker, Allah heeft de waarheid gesproken: (interpretatie van de betekenis)“Voorwaar, jullie bezittingen en jullie kinderen zijn slechts een beproeving…” (Soerat at-Taghaaboen: 15) Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien (Izaalat us-Sitaar canil-Djawaab il-Moekhtaar, blz. 79-80)
Posted on: Tue, 08 Oct 2013 00:16:05 +0000
Recently Viewed Topics
© 2015