Zondag 14 september 2003 Markelo De afgelopen week heeft het een - TopicsExpress



          

Zondag 14 september 2003 Markelo De afgelopen week heeft het een paar dagen licht geregend maar vandaag lijkt het, net als gisteren een stralende dag te worden. In de tussenstand zijn we, geholpen door de blessure van Zwanepol, van de vierde naar de derde plaats opgeschoven. Markelo is een hel voor bakkenisten, die raken totaal uitgeput. De vele kort op elkaar liggende bochten noodzaken bijrijders in een rap tempo van de linker naar de rechterkant uit te hangen. Vele zijspancrossers vinden Markelo maar niks, ook al omdat je er zo moeilijk in kan halen. Ik ben het er niet helemaal mee eens. Het circuit naar achter toe rijdend is inderdaad geen pretje, maar van de weg terug, met zijn vele diepe kuilen en bulten, kan ik erg genieten. Net als van het rechte stuk richting start en finish, waar inhalen wel degelijk goed mogelijk is. Maar dan moet je over de schansen het gas er wel flink op durven houden. Er was maar een training zijn en net als gisteren in Oldebroek was Karel niet tevreden. Ik wilde het stuk terug met de diepe kuilen inhalen en dat is niet eenvoudig. Karel boos, terecht! Het lukte wel, maar we konden niet meer voldoende afremmen voor de steile afsprong waar je met een zijspan voorzichtig naar beneden moet rijden. Over geluk hadden we weer eens niets te klagen. We maakten een koprol met zijspan en al. Karel werd hierbij uit de bak geslingerd en geraakt door de achterop komende combinatie Boon/ Bok die we net daarvoor hadden ingehaald. Zelf lag wat onfortuinlijk in de bak van het zijspan, maar dan wel met het zijspan ondersteboven. Karel was direct opgestaan en doorgelopen het circuit af het bos in. Keek niet op of om. Leek boos en geschrokken. De valpartij veroorzaakte gelukkig geen blessures en op eigen kracht bevrijde ik me uit mijn benarde situatie door met hulp van enkele baancommisarissen het zijspan terug te rollen. Ook ons zijspan kwam ongeschonden uit de strijd, maar Karel had er genoeg van en gebood mij zo snel mogelijk terug naar de bus te rijden. Het was het enige wat hij zei. Hij ging meteen naar zijn eigen auto, en inmiddels weet ik dat ik hem in dergelijke situaties even met rust moet laten. Theo was niet op de plek des onheils, maar was er wel als de kippen bij om onze eerste reacties na het trainen vast te leggen. En als er heibel is moet je vooral blijven filmen, en dat deed Theo natuurlijk. Je bent geen Daniel Willemsen! Na een minuut of tien was de lucht geklaard. Karel was vooral geschrokken, en vroeg of ik wel mijn verstand zou willen blijven gebruiken, “En Fons, zei hij, je moet niet denken dat je Daniel Willemsen bent” Na het vallen van het hek begonnen we als vijfde combinatie aan de wedstrijd. Willem Bastiaansen en Arjan van de Horst reden vlak voor ons en Arjan leek daar erg van te genieten wat hij liet blijken door in de eerste bocht na de start heel triomfantelijk zijn wijsvinger naar me op te steken. Willem kan best goed crossen, maar hij mist vertrouwen, voornamelijk omdat hij zo weinig crost. Zelf blaak ik van vertrouwen, en dat verschil uitte zich op het rechte stuk met de drie bulten naar de finish. Willem draaide het gas halfdicht terwijl wij het gas er flink ophielden en hun vervolgens hard voorbij reden. Praktisch op dezelfde wijze passeerde we een ronde later de Honda combinatie uit het “Jaka team” waarna we in achtervolging gingen op het leidende tweetal de gebroeders Rouwenhorst en kort daarvoor Dostal/ Woltering. Het rijden ging niet geweldig en ook mijn vermoeidheid begon op te spelen. Dikke opgezette onderarmen maakte het lastig de voor ons rijdende duo’s bij te houden. Desondanks konden we op gepaste afstand volgen maar kracht om een aanval in te zetten had ik niet meer. Alles of niets! Ik besloot deze positie tot een ronde voor het einde vast te houden, en nam me voor op het laatste stuk naar de finish mezelf nog even flink te verbijten en een aanval in te zetten. Zo gedacht, zo gedaan. Voor we aankwamen bij de sicane net voor het laatste rechte stuk hadden we het gat van tien meter dichtgereden en zaten “op de hakken” van de gebroeders Rouwenhorst. Uit de bocht stuurde we de combinatie al wat meer naar links wat in eerste instantie wel wat meters kostte maar waardoor we wel schuin achter onze voorgangers kwamen te rijden. Onze aanval kwam duidelijk onverwachts. Bijna de hele wedstrijd zaten de gebroeders kort achter Dostal loerend op een inhaalmogelijkheid en de wedstrijd leek beslist. Tenslotte reden Karel en ik al bijna de hele wedstrijd wat passief op zo’n tien meter afstand van het strijdende tweetal. Bij de eerste schans net na de bocht lag Rouwenhorst nog voor, de tweede gingen we er praktisch gelijk overheen maar wij hadden inmiddels zoveel snelheid ontwikkeld dat we de broers op het rechte stuk naar de laatste bult glansrijk en onder het toeziend oog van enkele honderde aanwezigen voorbij gingen. Wat zullen zij gebaald hebben! Door de hoge snelheid waarmee we de afvlagger passeerde moesten we vol in de ankers en konden desondanks niet voorkomen dat we boven op een bultje wat dienst deed als markering tot stilstand kwamen. Toen ik omkeek zag ik de combinatie van Rouwenhorst nog voor de finish met alleen de bestuurder op het circuit staan. Van de bakkenist in eerste instantie geen enkel spoor. Steen door helm Rouwenhorst Wat heb ik nou weer gedaan, was het eerste wat ik dacht. Gisteren had ik bij een inhaalactie bij diezelfde Rouwenhorst ook al onbedoeld wat schade aan hun zijspan aangericht, maar nu leek er meer aan de hand. Terwijl ik hun richting opliep zag ik bij de omheining van het circuit de bakkenist met bloedend gezicht zitten. De rijder was bezig de machine om te draaien en ontweek elk contact. Later hoorde ik dat een steen net voor de laatste schans vanachter ons achterwiel door zijn crossbril heen op zijn oogkas terecht was gekomen met een scheur of breuk tot gevolg. Terug bij de bus reageerde Theo verrast toen hij vernam dat wij niet derde maar tweede waren geworden. Theo was met zijn camera achter op het circuit en daarom geen getuige van het afsluitende spektakelstuk met voor Rouwenhorst zo dramatische afloop. Mijn vader zei,” die laatste ronde heeft veel goedgemaakt. Tot die tijd was het maar matig” En zo was het! Halve kracht, toch tweede! Tijdens het onderhoud ontdekte ik dat er een bobinestekker van onze motoplat ontsteking was afgebroken. Dit was waarschijnlijk ook de reden dat het rijden niet echt lekker ging. Dit mankement, wat zich al eerder heeft voorgedaan, zorgt er voor dat een van de twee bougies niet werken, de verbranding dus minder is, met vermogen verlies tot gevolg. Bijna geen enkele zijspan rijdt meer met motoplat onsteking. Wij, op advies van Tony Bens wel. Zou namelijk minder snel kapot gaan als die moderne onstekingskastjes die beide bougies aansturen. En mocht er een bobine stuk gaan dan blijft de motor ten minste lopen. Dat hebben we gemerkt! Plotseling realiseer ik me dat we in Oldebroek ook al niet echt lekker hebben gereden en de bobine het waarschijnlijk toen ook al niet deed. Een nieuwe stekker hebben we niet op voorraad, en dus struin ik meer dan een half uur het rennerskwartier af op zoek naar zo’n brede plate bobinestekker, zonder succes. Ik ging er eigenlijk al vanuit dat we moesten improviseren, maar “praatjesmaker” Ronald van de Kraats kwam triomfantelijk en met een grote smile op zijn gezicht aanstappen, met stekker. Geregeld bij de zijspanrijders die we in de training, net voor dat steile, gat zo nodig moesten inhalen met een valpartij tot gevolg. Ik merkte het meteen. De Zabel sloeg gemakkelijker aan, en reageerde agressiever op het gashendel. Weer kopstart Eddy Dorstal Goed van start gaan, in 1998 nog mijn specialiteit, lukt niet meer zo best. Maar ook Willem Bastiaansen in het verleden altijd vooraan na het vallen van het hek is “kopstarter af” Dit jaar is deze eer weggelegd voor Eddy Dostal. Drie van de vier keer heeft hij de kop. Tweemaal hadden wij de eer en voerde met grote overmacht het veld aan bij het ingaan van de eerste bocht en dat was in Varsseveld op de Folan! Die dag zou de Folan in totaal vijf keer stilvallen, en moesten we de machine steeds weer opnieuw aanstarten, maar desondanks werden we in de eerste manche vijfde en reden we de tweede manche van de laatste naar een verassende eerste plaats. Als ik daar weer aan terug denk………lieve ellendige Folan, wat brengt ons de toekomst? De tweede manche in Markelo onvergetelijk Posities na de start waren gelijk met die van de eerste manche met dat verschil dat de gebroeders Rouwenhorst er vanzelfsprekend niet tussen zaten. Ook nu wisten we Bastiaansen en het JakaHonda (Visser) binnen twee rondjes te verschalken en zaten direct aan het achterwiel van Dostal. Wat ging het rijden eenvoudig. Doordat de machine net iets sneller op het gas reageerde pakten we slechts de toppen van vele knippen, daar waar we in de tweede manche ieder gat doormoesten. En van vermoeidheid geen enkel spoor. Al in de derde ronde zette we aan voor een overname van de koppositie. Nu niet eens rechts, maar links er voorbij. Moedwillig de baan uitgereden Net voordat we langzij wilde gaan, ter hoogte van de tweede bult van het rechte stuk, stuurde Dostal de combinatie naar links waardoor we een zandwal werden ingeduwd. Totaal uit balans, even alleen op het voorwiel rijdend, slingerend maar door alert reageren van de fantastische Karel wisten we de combinatie rollend te houden. De kopmannen waren flink uitgelopen en Karel was furieus. “Pak ze, pak ze, kom op” schreeuwde hij tegen me. Wie Karel niet kent zal wel denken, “wat een heethoofd”. Het tegenover gestelde is waar. Karel is een rust zelve. Hij is alleen erg gemotiveerd. Karel leek het zeker te weten, dit deed Eddy met opzet. Zelf had mijn twijfels. Waarom zou hij dit doen? Ze waren zo goed als kampioen. En als je zoiets opzettelijk doet, dan doe je dat niet op een plek waar zoveel mensen staan, wel dan? Laat je niet leiden door emoties, koppie erbij houden en in de aanval dacht ik bij mezelf. Binnen een halve ronde was hun voorsprong al weer verdwenen, en na de tweede schans bij de jurywagen waren we er voorbij. Nog voor de laatste schans draaide ik me naar Eddy, om provocerend mijn middelvinger naar hem op te steken. Kriebels in mijn buik. Zou het….? Onze snelheid van de laatste ronde wisten we vast te houden, Eddy en Reinier leken zich neer te leggen bij een tweede plaats, waardoor we na enkele ronden een voorsprong van meer dan honderd meter wisten op te bouwen. Vanaf het moment dat ons het bord van de laatste ronde werd voorgehouden kreeg ik een “aangename kriebel in mijn buik.” Zou het vandaag eindelijk de dag worden waar ik al zovele jaren naar toegewerkt had? Een dag waarvan ik vooral na de breuk met Arjan vorig jaar zomer, niet meer op had durven hopen. Het laatste rechte stuk. In de verte zag ik de wedstrijdofficial zijn bordje laatste ronden wisselen voor de geblokte vlag. Nog twee schansen te gaan en mijn dromen zouden werkelijkheid worden. In mijn dromen staat het op de boekenkast naast ons bed al behoorlijk vol met trofeeën. In werkelijkheid betreft het slechts een tiental, voornamelijk tweede en derde plaatsen. Uitzinnig van vreugde sprongen we over de laatste bult, op een wijze wat past bij een winnaar. Excuus en complimenten van Eddy Dorstal Felicitaties van alle kanten. Eddy en Reinier waren een van de eerste, waarbij Eddy ons complementeerde met onze rijstijl en zijn excuses maakte voor de onbedoelde aanrijding. We hadden gewonnen, en ik wilde niets liever dan feestvieren en gaf Eddy het voordeel van de twijfel. Snel terug naar het rennerskwartier. In het meest rechtse houten kastje van de crossbus lag al bijna vier jaar lang een fles met feestvloeistof te wachten op ontlading. De aanschaf van de Folan zou namelijk het begin worden van talloze overwinningen. Talloze zijn er zeker geweest, maar dan uitsluitend teleurstellingen, depressies en het aantal keren dat ik, ook tot ergernis van Alex, de bodem van mijn portemonnee heb gezien. Vier jaar lang bleef de champagnefles ongeopend! Nu was het moment daar. Ik pakte de fles champagne waarvan het papieren etiket door het vele rollen onleesbaar was geworden en zei tegen mijn vader “Pa, laten we eerst hier bij de bus onze eigen prijsuitreiking houden. Deze fles houd het, net als ik, niet langer uit.” Als een stel kleine kinderen op een verjaardagsfeestje speelde we “prijsuitreikinkje”. Heel kinderachtig, wel leuk! Mijn pa was de omroeper, Theo was zogenaamd van de televisie en Ronald, mijn ome Maarten en Rik speelden een uitbundig publiek. Karel en ik beklommen het knullige zelfgemaakte podium en feliciteerde elkaar waarna ik de kurk van de fles drukte. Maar de inhoud leek de moed na al die jaren te hebben opgegeven en te berusten in een transvorming tot een koolzuurvrije witte wijn. Slechts een klein pisstraaltje kon ik feestelijk over de aanwezige spuiten, maar dat mocht de pret niet drukken. Zelf werd ik hoe langer hoe uitbundiger en deed er nog maar een schepje bovenop. Ze zeggen wel eens “als je je niks verbeeld ben je ook niets”, dus we maakte er maar meteen een internationale overwinning van en zongen de eerste twee regels van het Wilhemus. Helaas stopte het daarna want ook wij kennen, net als de meesten voetbalinternationals, de rest van het volkslied ook niet. We moesten opschieten. Nauwelijks hoorbaar vernamen we de laatste oproep voor de officiële prijsuitreiking van de zijspanrijders. Lopen was een heel eind dus trapte we het zijspan nog maar eens aan. Ook Eddy Dostal was laat, en natuurlijk boden we hem aan op ons zijspan mee te rijden. Ik geloof dat we er in totaal met zijn zevenen op zaten! De officiële uitreiking was fantastisch, zoiets kan me niet lang genoeg duren. Gelukkig was ook motorcrossfotograaf Henry Dunnewind aanwezig die van deze gebeurtenis, na later zou blijken fantastische foto’s maakten. En toen werd het me even teveel! Terug op het rennerskwartier realiseerde ik me dat ik Alex nog niet verteld had van onze overwinning. Thuis nam ze niet op, ik probeerde haar mobiel. Alex leeft, ondanks dat ze er maar weinig aanvindt en bijna nooit op een cross komt kijken, erg mee. Talloze keren heb ik haar proberen te overtuigen dat ik mijn motor nu wel echt voor elkaar had om mij vervolgens, aan het einde van de avond, wederom teleurgesteld en soms half bezopen thuis te zien komen. Ze gunt het me zo, wat succesjes. En niet alleen omdat het de vrolijkheid in huis zo ten goede komt. Het lange wachten voordat ze opneemt doet mij in gedachten opnieuw genieten van deze schitterende emotionele dag. Om mij heen een meeluisterende menigte. Ik voel mijn ogen vochtig worden en op het moment dat ze eindelijk haar mobiel opneemt zeg ik, terwijl ik half in huilen uitbarst,” We hebben gewonnen!” Maandag 15 september Amersfoortse Courant; “Hoogtepunt Van Heugten”. Markelo, Voor het eerst in vier jaar tijd heeft de Leusdense zijspancrosser Fons van Heugten een wedstrijd gewonnen in de strijd om het nationale kampioenschap. In Markelo eindigde hij met bakkenist Karel Overes uit Bodegrave als tweede in de eerste en als eerste in de tweede manche. “Een absoluut hoogtepunt, een enorme Kick,” reageerde Van Heugten. In de eerste manche moest de Leusdenaar Eddy Dostal, die onbedreigd op de titel afstevent, nog voor laten gaan. In de tweede omloop was hij deze concurrent de baas. Van Heugten genoot van zijn zegetocht. In de eerste manche kwam hij als vijfde uit de startblokken, de tweede als vierde. Tweemaal een inhaalrace dus. Van Heugten had een professioneel cameraman meegenomen om opnamen te maken. “We hadden echt geen betere dag uit kunnen kiezen.” Wat is het na zo’n geslaagd weekeinde toch heerlijk om je motor schoon te maken. Trouwens elke confrontatie met alles wat maar iets met het motorcrossen te maken heeft doet me mijmeren. Voor het eerst maakt het in de sportwereld grijsgedraaide Queennummer “We are the champions” emoties bij me los. Stiekem in mijn schuurtje met natte ogen nagenieten van blijdschap. Ik heb de cd speler zelfs even op repeat gezet.
Posted on: Sat, 14 Sep 2013 15:12:05 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015