Het leek wel of iedereen er zijn of haar droomboek kwam ophalen en - TopicsExpress



          

Het leek wel of iedereen er zijn of haar droomboek kwam ophalen en dan niet omdat het gratis is maar vooral vanwege de behoefte eraan. Zou het vanavond dan een droomfeestje gaan worden? Shangri-La, het klinkt exotisch, ver weg, naar het Sanskriet, Indo-Germanië dus, dat fantasieland dat zich tot de Indus uitstrekt, en Shangri-La is niet voor niets de naam het ‘aardse paradijs’ uit de roman Lost Horizon van James Hilton uit 1933. Vier Britten komen na een vliegtuigcrash uiteindelijk terecht in een Tibetaans klooster, dat de naam Shangri-La draagt en ligt aan de voet van de Karakai. De naam is gaan staan voor deze Tibetaanse utopie, waarvan ik wel iets in de visuals in de hoofdzaal van Club Lite ontdek. Eerder waren Marjan en ik bij dit feestje dat toen op de zondagmiddag begon en waar vooral het doorsijpelen van daglicht, onder de gordijnen door, zo’n indruk op mij maakte en meteen de sfeer van een reeks jeugdfeestjes wist op te roepen. Als er al een parallel is met de film – het boek heb ik niet gelezen – dan met de tocht van de bemanning door de onherbergzame bergen. Het klooster ligt nog in het verschiet, is er nog niet. De sfeer van dit Shangri-La-feest is zelf geënt op een utopie, waar het heen wil maar niet zelf realiseert. We zijn nog onderweg. Kuifje x 4 in Tibet, maar nu dan x 150 (of meer). Een stoet donkere schimmen op weg naar het Beloofde Land. Op deze wijze – misschien is het wel een gedachtekronkel – kom ik in het reine met deze avond. De aanwezige Natarajees zijn de Fremdkörper in de stoet, in de mate waarin ze heftiger bewegen dan de overigen, Jason Kung voorop, die mij ook voor dit event had uitgenodigd, een andere functie van Facebook (‘invites you’). Sommige DJ’s geven bij een set aan hoeveel BPM (beats per minute) we mogen verwachten. Mijn metronoom gaat maar tot 213 beats per minute, maar wat ik hoorde, terwijl de muziek uit vele verschillende ritmes is samengesteld is, schat ik op meer dan het dubbele, wat het bijzondere effect heeft, op de betere momenten, dat de muziek beyond the beat gaat, waarbij het niet meer uitkomt of het op of van de tel is. Het klinkt als een grote, geluidsversterkte kolibrie die overvliegt. Op de mindere momenten is het op de tel, hakmuziek, waar ook niet op gedanst wordt met de voeten, maar meer met het bovenlijf. Een jongeman loopt naar voren steekt zijn rechterarm omhoog, balt zijn vuist en schreeuwt. De ultieme beleving van de muziek, zijn muziek, dat is duidelijk. Het heeft wat aandoenlijks omdat er onmacht in schuilt de beleving te uiten in beweging. Dit is misschien wat Jason bedoelt als hij later op Facebook schrijft, dat hij vooral waardeert aan deze dansavond dat iedereen zich vermaakt ‘regardless of their different accents’. Er zijn een handvol dansvrienden die ik vooral van het Nataraj-dansfeest ken en die vanavond duidelijk in de minderheid zijn. In het begin vallen we nog op omdat we de ‘eerste dansers’ zijn, maar als de zaal volloopt worden we verdrongen door een staande receptie die nog het duidelijkst is in de backroom, waar de muziek aangenamer is, in elk geval gevarieerder. Voor de boot staat een groep jong en utopisch vooral te praten, zonder het besef lijken te hebben dat ze op de dansvloer staan. Hoe kan ik ze dat kwalijk nemen? Ja, dat is de vraag. We maken er grapjes over. Ott, Billie, the American Lady, die ik dan nog niet ken, een paar charmante vriendinnen, Pretty Boy Jan en nog enkele militante bewegers, staan tussen dit praatblok en het meubilair in. ‘Wir wollen Tanzraum,’ roep ik baldadig maar ze wisten van geen wijken. Clash of cultures? Je zou zelfs nieuwsgierig worden naar wat er hier aan de hand is. De praatgroep (lettergroep) lost af en toe op, vertrekt naar de hoofdzaal, maakt dan ruimte vrij op de dansvloer die gretig wordt ingenomen, maar voor je het weet zijn ze weer terug. Dansers worden niet (als zodanig) herkend, ten minste niet herkend als een groep die voorrang heeft op de dansvloer, voor mij nog altijd verkeersregel nummer Eén is op de dansvloer: dansverkeer heeft voorrang. De stoere mannen die als warlords dwars de dansvloer oversteken, vaak in het gezelschap van een vrouw, hebben daar geen boodschap aan. Ze lopen als warlords. Nu is de ruimteverdeling op een dansvloer zo dat wie stilstaat veel ruimte inneemt en als er meerdere personen zo stilstaan een massief blok vormen, maar om dansers is altijd ruimte, dus daar wordt door overstekende wild dan ook gretig gebruik van gemaakt, maar ik laat mij niet aan de kant duwen. Dat leidt tot stoere krijgerblikken in mijn richting: Mister, who are you? Deze ontmoetingen vinden vooral op ooghoogte plaats. Op het gevaar af overmoedig te worden, pas ik de techniek van pushing hands toe als iemand mij opzij wil duwen. Hij, en een enkele zij, heeft dan het gevoel doorgeduwd te worden. Ik geef ze een zetje in de richting waarin ze bewegingen, alsof ze de wind in de rug krijgen. De trots is gekrenkt maar gelukkig zijn ze niet zoals onze Berbermaatjes snel in hun eer aangetast, want dan zijn de poppen aan het dansen. Het housepubliek dat mij meer vertrouwd is, is duidelijk chiquer, modieuzer gekleed, meer dansante ook, hoe dan deze danscultuur te plaatsen? Stoere jonge vrouwen en een mediterrane man zie ik een soort leren belt met vakjes dragen zoals ik van bouwvakkers ken. Er is een hint naar de fetisj, maar meer verhuld. De uitbater van Club Lite loopt er gelukkig bij want over de ethanolconsumptie heeft hij geen klagen en in tegenstelling tot andere avonden is het ‘glas’ van plastic dat nu geregeld tegen de vloer gaat. Het roken is hier een fenomeen en behoort blijkbaar tot de Shangri-Laanse utopie. De rookruimte zit vol, maar dat is blijkbaar niet voldoende. Op een gegeven moment ben ik opgehouden te vragen aan rokers of ze dat niet wilden doen, DJ’s incluis. De nieuwe vrouwelijke beveiliger is twee keer langs geweest en heeft rokers erop gewezen, maar het roken is hier onderdeel van het ‘alternatieve’ zelfbeeld. Het raam in de backroom staat open; ik zie silhouetten van rokende en ook van zoenende mensen. Rookpluimen als fetisj? Er vindt klerenseks op de loungebank plaats waar een jongeman voor Pampus ligt. Ik weet niet wat voor moleculen het over hebben genomen. Hij ligt er met zijn hoofd te draaien. Een jonge vrouw gaat op hem zitten en zoent hem op de mond, waarop achter haar een kleine, pezige rastaman komt staan die haar sandwiched, alles meer symbolisch maar de suggestie is duidelijk. Deze kleine man heeft eerst staan zoenen met een grote, wat corpulente vrouw met een rood hoofd die duidelijk verzot op hem is. Toen ik het voor mijn ogen zag gebeuren, voelde ik een zekere afkeer, die ook wat moreel wat getint, maar achteraf, nu ik het zo beschrijf, is dat het helemaal weg en vind ik het tafereel, met terugwerkende kracht, wel aandoenlijk. De herinnering pacificeert het tafereel. Ze passen allemaal in het droomboek, dat ze na afloop van deze dansavond mee naar huis mogen nemen. Ik krijg gelukkig wel een antwoord van een meisje dat in een praatgroepje staat. Ze zegt dat het een ‘huppeldansfeestje’ betreft en ben verguld met deze typering die me als raak voorkomt. Het huppelen lijkt heel onschuldig en je acht alleen meisjes van zes tot negen ertoe in staat, maar wat is huppelen eigenlijk? Lopen met tussenstapjes, sprongetjes, met mini-hinkstapsprongetjes, volgens de Van Dale ook ‘zich onregelmatig dansend voortbewegend’? Maar dat is veel te actief voor wat er hier te zien is. Niemand huppelt, maar misschien is het wel de belevingswaarde. Hier is ook Jason’s woord van toepassing: ‘‘regardless the different accents’. Een roker heeft een koffer bij zich en daar haalt hij een altsax uit, een echte, maar hij speelt erop alsof het een speelgoedsaxofoontje is. Het is lachwekkend maar hoe klonk Eric Dolphy toen hij met zijn free jazz begon en nota bene op echte speelgoedsaxofoontjes speelde? Later gaat de saxofoonspeler op de bank zitten en speelt met de muziek mee, onnadrukkelijk en vriendelijk kijkend. Er loopt een meisje rond met rode lipstick, en misschien is zij wel de enige. Zij verstaat de kunst om met iedereen even te dansen, een mooie eigenschap. Zij is de eerste vrouw die mij in het voorbijgaan een handkus geeft. Lovely. Het was er, ondanks het gevecht om dansruimte, niet alleen kommer en kwel. Pretty Boy Jan doet af en toe het licht, de arabische gaatjeslamp die in het midden hangt, aan en uit. Een primitieve, wat zeg ik, elementaire lichtshow, die wat toevoegt. De Natarajees gingen een voor een eerder naar huis. Jan zegt dat hij ‘heeft gestreden’ maar moest opgeven. Ik sta stil op het lage podium in de hoek en ik voel de basdreun in mijn zolen. Op een andere wijze voel ik de lucht tussen broekstof en been in trilling komen, en op weer een andere wijze de lucht tegen mijn wangen als ik de kaken niet op elkaar klem, waardoor het me voorkomt alsof de lucht in mijn mondholte ook meetrilt. Voordat ik naar Shangri-La ging, afgesproken met twee dansvrienden om te praten over manieren om gehoorbeschadiging te voorkomen die je kunt oplopen op dansfeestjes vanwege de te harde muziek. Het initiatief dat op Wooferland werd geboren, krijgt een vervolg. Het geluid valt een keer uit in de hoofdzaal en ook een keer in de achterzaal. Stilletjes hoop je dan, onwillekeurig, want zo melden zich onbewuste ‘gedachten’, dat de bassen zich opgeblazen hebben. ‘Shangri La Trancenight’, vrijdag 13.09.2013, Club Lite, DJ Z, backroom DJ Hepcat e.a.
Posted on: Sun, 15 Sep 2013 21:48:48 +0000

Trending Topics



Recently Viewed Topics




© 2015